donderdag 14 november 2013

Donderdag 14 november - Moeilijk

14 November 2011 werd Kevin opgenomen in het ziekenhuis. Op zich niets bijzonders. Sinds Kevin ziek was waren we bijna gewend geraakt aan onverwachte opnames. We konden het zelfs vaak van tevoren inschatten en namen uit voorzorg een koffertje mee, het is bijzonder hoe je hiervoor een aparte sensor ontwikkelt. De reden waarom Kevin werd opgenomen bleek een ontstoken alvleesklier te zijn, ook die hadden we zien aankomen. Het feit weer in het ziekenhuis te moeten verblijven is waardeloos want het betekent immers dat er (weer) iets niet gaat zoals het zou moeten en dat bevestigt het wankele evenwicht waarop we balanceren. Daarentegen is een opname bijna een opluchting: dit is de plek waar we moeten zijn, hier wordt voor mijn kind gezorgd. Het voelt als een veilige haven.

Terugkijkend op die periode drukt het nog altijd zwaar op me. Het ging zo snel zo slecht, dat ik werkelijk dacht dat die week het begin van het einde was ingezet. Radeloos omdat ik niet wist waar we heen gingen, machteloos omdat ik niets kon doen, eindeloos uitzicht op een blinde muur. 
Het waren vreselijke weken waarin er gesprekken waren die opeens gingen over grenzen bewaken, tot hoe ver mogen we gaan, tot hoe ver gaan de artsen en de allerbelangrijkste vraag: tot hoe ver wil Kevin gaan? Ondenkbaar dat je het hierover hebt, dat je het hierover móet hebben. Zorgen voor mijn kinderen was iets wat ik met liefde deed maar met deze vorm van zorgen-voor had ik nooit rekening gehouden. Nu zorgde ik ervoor dat zijn grens bewaakt werd, zorgde voor zijn welzijn, zorgde voor het creëren van een omgeving waarin Kevin zich veilig voelde en waarin hij alles kon en mocht zeggen, zelfs als hij niet verder had gewild. Soms was de pijn zo onverdraaglijk dat Kevin zei dit niet meer te willen om het later weer in te trekken als het weer beter ging. Waarom moet je kind zo lijden? Alles ten spijt en ondanks zo veel medische kennis was het slecht onder controle te krijgen. 
Ik lees terug wat ik verleden jaar en het jaar daarvoor heb geschreven over deze periode omdat ik me afvraag of ik het niet groter maak in mijn hoofd dan dat het was. Maar al lezend kom ik tot de conclusie dat het echt erg was. 
Kevin kwam vlak voor de Kerst thuis, fragiel en broos. Voetje voor voetje met elkaar over een steeds slapper wordend koord. We werden heen en weer geslingerd tussen reële, rationele gedachten die je niet wilt denken en gedachten van hoop die een waas legden zodat die nare fantomen wat minder voelbaar waren. 

De tijd zonder Kevin gaat verder, week na week. Het gemis wordt niet minder, integendeel lijkt het wel. Tranen zijn er wel minder, die zijn er vaker op momenten die ik niet zie aankomen door 
een onverwacht gebaar, een gemeende hand op mijn arm, lieve woorden. 
"Hoe gaat het?" Of "hoe is het?" zijn woorden die mensen vaak gebruiken. Soms als begroeting en soms wordt er niet eens een antwoord verwacht. 
Hoe het met me gaat? Het wordt vaak gevraagd en dat vind ik fijn. Ik vind het een lastige vraag om te beantwoorden. De woorden zijn hetzelfde als voorheen alleen de betekenis is anders geworden voor mij.
Ik weet vaak niet wat ik moet zeggen en zoek naar woorden.
Het gaat best goed, vind ik zelf. Maar volmondig en gemeend "goed!" zeggen vind ik nog steeds moeilijk. 

2 opmerkingen:

  1. Ik ben zoekende, maar kan binnen mijn vocabulaire werkelijk geen verzachtende woorden vinden. Ik kan alleen, maar zeggen, dat er uit jouw blog een immense onvoorwaardelijke liefde voor kevin blijkt. Best goed klinkt positief en prima genoeg.
    Sandra Meijer

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Lieve Allemaal,
    De pijn is voelbaar , eveneens jullie kracht ik heb zoveel bewondering voor jullie.

    Liefs Mascha de Betue

    BeantwoordenVerwijderen